Volleybaltips

Hier publiceren we de ‘Tips van Theo’…

Tip 1

De trainingen gaan weer van start. Het is heel belangrijk dat je de eerste trainingen voorzichtig van start gaat. In de afgelopen zomermaanden heb je mogelijk een andere sport beoefent, of niet gesport.  Allebei is niet handig voor de aanvang van de volleybaltraining.

Je mag van de trainer verwachten dat de eerste trainingen gericht zijn op het beoefenen van de basistechnieken en het langzaam opbouwen van je conditie. Bovenstaande licht ik toe met een simpel voorbeeld: Als je de eerste training 10 keer blokkeert, til je 10 keer je eigen lichaamsgewicht op inclusief de vakantie kilo’s.  Dat is een andere belasting dan rustig op een terras zitten met een lekker drankje….

 

                                                                                                                  bal1

Tip 2

De eerste trainingen zullen spierpijn opleveren. Luister goed naar de fysieke signalen en zorg voor een goede warming up aan het begin van de volgende training.

                                                                                                                                                     bal1

Tip 3

De aanvalsaanloop naar het moment van het slaan van de bal is een moeilijke techniek. Je krijgt te maken met hoogte timing (op welk moment sla je de bal) en je krijgt te maken met breedte timing (op welke plaats langs het net, sla je de bal). Ik ga de komende periode uitgebreid aangeven hoe het zou moeten en zal daarbij een paar veel voorkomende fouten benoemen. Ik wil jullie uitdagen om de oplossing in te sturen. Hier komt de eerste: Je vliegt na het slaan tegen het net. Wat gaat er fout?….
                                                                                                                                                                                       bal1

 

 

 

 

Tip 9:  Zwaaien naar je “schoonmoeder”

Dit is de bloktechniek van de middenblokkeerder die niet voldoende of net niet voldoende afstand heeft overbrugt om aan te sluiten bij de buitenblokkeerder. Ik laat hierbij even in het midden of dit komt door de buitenblokkeerder of de middenblokkeerder. De binnenblokkeerder komt schuin aanvliegen en volgt de natuurlijke strekking van het lichaam en draait naar het veld open en zwaait dus naar zijn schoonmoeder die op de overvolle tribune zit.. Het gevolg is dat de aanvaller de diagonale slag kan gebruiken om te scoren. Meestal landt de middenblokkeerder achter de buitenblokkeerder. Om dit af te leren is het van belang om de verplaatsing beter onder de knie te krijgen en te oefenen om de balbaan te onderbreken door de armen juist in de tegenovergestelde richting te plaatsen( haaks op de balbaan). Hierbij is het heel belangrijk om bij de afzet evenwijdig aan het net te staan ( Dus met je gezicht naar het net gekeerd)

 

Tip 8:  Naar “Sinterklaas” zwaaien

Deze “techniek” wordt gebruikt door volleyballers die blokkeren,  maar veel te ver van het net afblijven. Hierbij worden de armen niet naar voren over het net geplaatst. Gevolg is bijna altijd dat de geslagen bal gescoord wordt doordat de bal tussen de handen en net naar beneden valt. De kunst bij het blokken is om de bal al tegen te houden op het veld van de tegenstander. Ook hier moet gewerkt worden aan het verbeteren van de opsprong waarbij de buikspieren weer maximaal worden aangespannen. Hierbij moet je letten op het zetten van de handen over het net. Vervolgens de bal blokken en de handen weer terughalen.

Tip 7: Blokkeren in de “ broer konijn” houding

Belangrijk is om niet als “broer konijn” je blokactie in te zetten. De “broer konijn” houding ontstaat als bij de bloksprong het hoofd tussen de bovenarmen geplaatst wordt. Dan krijg je de onderarmen en de handen als oren langs het hoofd. Het hoofd is dan ook teveel naar voren gebogen en de ogen gericht naar het net cq grond. Blokkeren wordt dan een gelukstreffer. De blokhouding dient altijd geknikt te zijn: Handen naar voren/over het net plaatsen en de buikspieren moet op dat moment maximaal aangespannen worden.
Daarmee til je de benen naar boven naar voren toe en worden de handen maximaal naar voren geplaatst.

 

 Tip 6: Blokkeren zonder”te kijken”.

Blokkeren is de eerste verdediging bij de aanval van de tegenpartij. Op ons niveau blokkeren we altijd een zone.  Acht hokjes vanaf de antenne is de plaats voor de buitenblokkeerder om af te zetten. De binnenblokkeerder sluit aan met de uitstap, overkruis beweging en kijkt eerst naar de buitenblokkeerder en plaatst zijn handen naast die van de buitenblokkeerder en kijkt vervolgens naar de bal. Dit laatste komt nauwelijks voor. De meesten van ons blokken met de ogen gesloten. Dit is een natuurlijke reflex uit angst om te worden geraakt door de bal!!
Het is af te leren door de ballen langzaam in het blok te plaatsen of te gooien.

 

Tip 5 :

Elke speler heeft in zijn of haar motoriek zijn of haar voorkeursbeweging. Ik noem dat: “ je chocoladekantje” De een is links- en de ander is rechtshandig. Maar dit geldt ook voor je voetenstand. Doe de simpele test: Sta met beide voeten naast elkaar. Laat iemand je een duwtje geven in je rug waardoor je naar voren dreigt te vallen. Als je vervolgens je evenwicht herstelt door met links uit te stappen is dat je voorkeurskant.

Dat kan van nut zijn bij het oplossen van je aanloopproblemen bij het aanvallen.

 

Vervolg Tip 4:

Zoals je traint, speel je de wedstrijd…. Ik had beloofd dit nog nader te verklaren.

Het fenomeen ’trainen’ heeft als doel, dat je oefent om de technieken op de juiste manier uit te voeren en te verbeteren. Dat is de technisch kant van het trainen. De andere aspecten van het trainen, zijn de fysieke en de mentale belasting. De kunst van het trainen is, dat je beide aspecten bij elke training iets intensiever en zwaarder probeert uit te voeren. Dat leidt tot een verhoging van je prestatie. Als je in je trainingsarbeid meer energie stopt, levert dat in de wedstrijd een surplus aan energie, waardoor je de belasting in de wedstrijd langer kunt volhouden. Wat betekent dat nu concreet in de wedstrijd:

  • Je blijft langer je techniek uitvoeren volgens de regels van de kunst.
  • Je blijft mentaal langer sterk (want het blijft technisch lukken)
  • Je bent fysiek in staat om een lange wedstrijd te spelen en nog wat energie over te houden voor de laatste punten in de wedstrijd.


Tip 4:

Hoe lager de omgevingstemperatuur is in de ruimte waar je traint des te langer je moet warm lopen. Een indicator dat je goed warmt bent is dat je begint met zweten. Dit geldt voor elk niveau. Belangrijk is dat je in de winterperiode ook wat vaker een sweater o.i.d draagt en die zo lang mogelijk aanhoudt.

Uitspraak:  Zoals je traint, speel je de wedstrijd. Volgende keer licht ik de uitspraak toe. Denk er maar over na.


Tip 3:

Balbaan herkenning is te leren door de ballen rustig en hoog aangespeeld te krijgen. Je hebt dan meer tijd om te kijken hoe de bal op je af komt.


Tip 2:

Als je een bal bovenhands speelt, zorg dan dat je handen een kommetje vormen om de bal heen en als je de bal wegspeelt moet je deze nakijken waarbij je kijkt door de de opening tussen je beide handen. Nooit over je handen kijken. Het speelmoment is dan te laag en kun je de bal veel minder zuiver spelen.


Tip 1:

Bij volleybal is de belasting van de buikspieren groot bij het blokkeren en de onderarmse  techniek bij de stop en de lage veld-verdediging. Het is dus van groot belang dat de buikspieren voldoende worden getraind. Voordeel van getrainde buikspieren is dat de belasting van de rugspieren voor een deel wordt opgevangen door de getrainde buikspieren. Het kan helpen tegen rugklachten.
.


Klik op de foto voor een impressie van Heren 1, bij Tip 1